Kinderfysiotherapie
De groep kinderen die naar de kinderfysiotherapeut verwezen worden kan in twee hoofdgroepen worden onderscheiden:
• kinderen van 0 – 4 jaar
• kinderen in de schoolleeftijd ( 4-18 jaar)
In beide groepen wordt onderscheid gemaakt tussen acute problemen en chronisch zieke kinderen.
Het doel van kinderfysio
Kinderen leren spelenderwijs. Door te bewegen en te spelen ontwikkelen kinderen hun zintuigen en motoriek. Bij sommige kinderen is er sprake van ontwikkelingsgerelateerde problematiek. De ontwikkeling kan vertraagd, bedreigd of afwijkend zijn. Dit kan een gevolg zijn van een aandoening aan zintuigen, organen, het zenuwstelsel, het houding- en bewegingsapparaat of door een tekort aan motorische ervaring. Sommige kinderen hebben nu eenmaal meer oefening nodig om een vaardigheid te leren dan anderen. Naarmate het kind ouder wordt, zijn steeds meer vaardigheden nodig om aan de eisen van de omgeving te voldoen. Problemen in het bewegend functioneren kunnen een belemmering vormen voor optimale maatschappelijke participatie op de kinderleeftijd, als basis voor het uiteindelijke functioneren als volwassene. Ook kunnen zij een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven van het kind en zijn ouders. Veel meer dan bij volwassenen hebben we te maken met een voortdurende verandering op basis van groei en ontwikkeling. Dit speelt in de behandeling een grote rol. Kinderen vragen om een specifieke eigen benaderingswijze. De behandeling richt zich op het bewegend functioneren, op behandelen naar actualiteit van het ziekteproces en op betekenisvol functioneren met als doel de gevolgen van motorische problemen op de motorische en de algehele ontwikkeling te beïnvloeden. We spreken van een behandelende interventie. In toenemende mate wordt hierbij uitgegaan van de hulpvraag van kind en ouder. Functionaliteit staat centraal.
Het indicatiegebied voor kinderfysiotherapie bij zuigelingen en peuters is heel uitgebreid: de meest voorkomende behandelindicaties in deze leeftijdscategorie:
• Voorkeurshouding, asymmetrie, scheef of afgeplat hoofdje
• Trage motorische ontwikkeling of een opvallende motoriek: (bilschuiver).
• Een baby die overstrekt of juist te “slap” is
• Verschil in bewegen tussen linker- / rechterlichaamshelft, of bovenste-/onderste lichaamshelft.
• Hersenbeschadiging
• Pre- of dysmatuur kindje (te vroeg geboren en/of groeiachterstand voor geboorte)
• Ademhalingsproblemen, astma
• Orthopedische problemen
• Mentale retardatie ( achterstand in de verstandelijke ontwikkeling).)
Indicaties kinderfysiotherapie bij kinderen van 4 tot 18 jaar met als meest voorkomende behandelindicaties:
• Ontwikkelingsachterstand van de grove motoriek:
– moeite met de gymlessen en/of buiten spelen
– houterig bewegen
– veel vallen en struikelen
– opvallend looppatroon
• Ontwikkelingsachterstand van de fijne motoriek:
– Niet goed kunnen tekenen, kleuren, knippen , plakken en/of bouwen
– Veel kleine ongelukjes zoals dingen omstoten, voorwerpen laten vallen
– Schrijfproblemen: slecht leesbaar handschrift, een laag schrijftempo en/of pijn door krampachtig schrijven.
• DCD (Developmental Coordination Disorder
• ADD, ADHD en NLD, waarbij motorische problemen een belangrijke rol spelen.
• Cerebrale parese ( hersenbeschadiging)
• Sportblessures
• Ademhalingsproblemen, astma
• Orthopedische aandoeningen
• Houdingsproblemen
• Lichamelijke spanningsklachten als hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid zonder medische oorzaak
• Pijnklachten in spieren en gewrichten
• Pervasieve ontwikkelingsstoornissen zoals PDD-NOS, ASS waarbij zich ook motorische ontwikkelingsproblemen voordoen.
De werkwijze van kinderfysio
Wanneer het kind is doorverwezen naar de kinderfysiotherapeut vindt een intake plaats om duidelijkheid te krijgen over de hulpvraag en gaat de kinderfysiotherapeut het kind observeren en onderzoeken om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische mogelijkheden en het motorische niveau van het kind te krijgen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van observatielijsten en gestandaardiseerde tests. De kinderfysiotherapeut houdt rekening met leeftijd, aandoening, ontwikkelingsfase en omgevingsfactoren, die het bewegingsgedrag beïnvloeden. Om een zo compleet mogelijk beeld van de motorische vaardigheden te krijgen, wordt vaak informatie ingewonnen bij ouders, school, verwijzer en eventueel andere bij het kind betrokkenen. De kinderfysiotherapeut bespreekt de bevindingen van de observatie en het onderzoek met de ouders/verzorgers en eventueel met de verwijzer en stelt zonodig een behandelplan op, waar binnen de behandeldoelen en evaluatiemomenten in onderling overleg worden aangegeven. Over de uitkomst van het onderzoek en het verloop van de eventuele behandeling wordt schriftelijk verslag uitgebracht aan de verwijzer. Als het nodig is en de behandeling ten goede komt, vindt de behandeling thuis plaats. Dit gebeurt o.a. bij baby’s van 0-2 jaar en bij kinderen met een ernstige handicap. Voor intake, observatie, onderzoek en gesprek met de ouder(s) ten behoeve van de indicatiestelling kinderfysiotherapie zijn vaak meerdere afspraken nodig. Onder andere door de specifieke problematiek is ook de gemiddelde totale behandelingsperiode langer dan die van ‘lokale’ problemen die een algemeen fysiotherapeut in zijn praktijk ziet. Met de zorgverzekeraars is overeengekomen dat er door geregistreerde kinderfysiotherapeuten in de eerste lijn 18 kinderfysiotherapeutische behandelingen uit de hoofdverzekering gegeven mogen worden.
Samenwerking
Problemen in de ontwikkeling van het bewegend functioneren bij kinderen staan vaak niet op zichzelf. Veelal zijn er problemen op meerdere terreinen, zoals op het gebied van de cognitieve-, spraak/taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling. Zonodig zal de kinderfysiotherapeut, met toestemming van de ouders/verzorgers, contact opnemen met eventuele andere behandelaars of begeleiders, zoals huisarts, kinderarts, orthopedagoog, ergotherapeut, logopedist, leerkracht en onderwijsondersteunende instanties om de begeleiding zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
Verwijzing
Ouders/verzorgers, consultatiebureau-artsen, jeugdartsen en leerkrachten hebben een belangrijke signalerende taak. Via de huisarts of arts-specialist wordt het kind verwezen naar de kinderfysiotherapeut. Kinderfysiotherapie wordt vergoed door de zorgverzekeraar, mits het als kinderfysiotherapie is aangevraagd door de verwijzer en de behandeling wordt gegeven door een geregistreerde kinderfysiotherapeut.
Organisatie
Binnen onze praktijk zijn twee kinderfysiotherapeutes werkzaam.
Beroepsorganisatie en kwaliteitsbewaking.
De Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie www.nvfk.fysionet.nl (NVKF), is een lidvereniging van het KNGF. De leden zijn verplicht tot het volgen van bij- en nascholing, waarmee men voldoet aan de registratie- en herregistratievoorwaarden. Het centraal kwaliteitsregister wordt jaarlijks geactualiseerd en is ter inzage voor alle verwijzers en verzekeraars en is ook te vinden op internet.